Welkom bij Living Labels, waar we voorbij vooroordelen kijken en luisteren naar het menselijk verhaal achter de labels.
Soms vraag ik me af of bepaalde mensen me anders hadden behandeld als ik dezelfde huidskleur had gehad als zij.

PERSONALIA
Naam: Shridhar Acharya
Geboortedatum: 8 november 1987 (34 jaar)
Geboorteplek: Sambalpur, India
Functie: Global Account Director bij Salesforce
Hobby’s: cocktails maken
In deze collectie van persoonlijke verhalen komen geïnterviewden aan het woord over de stereotyperingen waar ze in het dagelijks leven mee te maken krijgen. Anderen plakken al snel labels op hen, maar vergeten vaak dat een mens niet samen te vatten is in één woord. Achter het label ‘Bruin’ vind je Shridhar Acharya, Global Account Director bij Salesforce. Hij is geboren in India, maar heeft in meerdere landen over de hele wereld gewoond. Hij weet hoe het is om in elk van die landen deel uit te maken van een minderheidsgroep.
Toen mij werd gevraagd na te denken over labels, dacht ik aan degenen die op mij van toepassing zouden kunnen zijn. Eén daarvan was ‘buitenstaander’. Ik heb in Singapore gewoond en nu in Nederland, maar ik kom oorspronkelijk uit India. Ik heb me nooit anders gevoeld dan anderen toen ik in India woonde. Een grote meerderheid van de Indiërs heeft een bruine huidskleur zoals ik en onze eetgewoonten zijn vergelijkbaar.
De eerste keer dat ik voet buiten India zette, was toen ik voor een paar maanden naar Singapore verhuisde voor een stage. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was toen ik aankwam. Ik had nog nooit zoiets gezien. De gebouwen waren hoog, de straten waren schoon, er was een waanzinnig assortiment van dingen om te kopen en er waren overal winkelcentra.
Het was ook de eerste keer dat ik zoveel mensen zag die er anders uitzagen en anders dachten dan ik. Maar ik heb me er ontzettend vermaakt. Misschien ben ik een beetje te veel meegesleept door de ervaring, maar ik had altijd al het gevoel gehad dat ik wilde zien wat er buiten India was. Daarna wilde ik zeker weten in het buitenland werken.


Hoe was het leven in India voordat je tot die conclusie kwam?
Ik zou kunnen zeggen dat het een beschermd leven was. mede door waar ik ben opgegroeid. Ik ben geboren in Sambalpur, een stad in een oostelijke deelstaat van India. Ik denk dat ik daar slechts de eerste drie maanden van mijn leven heb gewoond. Mijn moeder en ik verhuisden daarna naar Mumbai, waar mijn vader werkte in een atoomonderzoekscentrum als deeltjesfysicus. Mumbai is een grote en drukke stad met ongeveer 18 miljoen inwoners, maar mijn ervaring van hoe het is om daar te wonen is anders dan die van anderen. Dat kwam omdat we in een kolonie woonden die verbonden was aan het centrum waar mijn vader werkte. Je kunt het zien als een kleine stad binnen de grotere stad Mumbai. Het was een super groen gebied met veel velden om in te spelen. Het had zijn eigen flats, kruidenierswinkels en scholen. Heel weinig mensen hadden toegang tot de kolonie en bewoners gingen alleen weg voor heel specifieke zaken die je daar niet kon krijgen of voor schoolreisjes. Dus dat bedoelde ik toen ik ‘beschermd’ zei.
Mijn grootouders waren bescheiden mensen die niet veel geld hadden, dus hun eerste prioriteit in het leven was dat hun kinderen een goede opleiding kregen en uitblonken in wat ze deden.
Maar ik had een geweldige jeugd in de kolonie. Ik speelde veel cricket en ik was echt gek op quizzen en trivia. Verder richtte ik me vooral op mijn opleiding en studeren. Ik streefde ernaar om in de top 3 van mijn klas te zitten, een plek daarbuiten was niet goed genoeg voor mij. Dat werd me van kleins af ingeprent, deels omdat ik uit een intellectueel gedreven familie kom. Mijn grootouders waren bescheiden mensen die niet veel geld hadden, dus hun eerste prioriteit in het leven was dat hun kinderen een goede opleiding kregen en uitblonken in wat ze deden. Dus mijn vader was een wetenschapper en al mijn ooms waren ingenieurs. Zij hadden iets van zichzelf gemaakt, dus werden wij op dezelfde manier opgevoed. We moesten studeren en goede resultaten behalen.
Toen ik ouder werd, besloot ik ingenieur te worden. Want in die tijd werd je óf ingenieur óf dokter als je succesvol wilde zijn. Zou ik nog steeds ervoor kiezen om ingenieur te worden als ik terugkijk op mijn leven? Misschien zou ik een andere beslissing nemen. Maar ik denk dat het ook bij mijn vaardigheden paste. Ik was goed in wiskunde en had een analytische geest.


Na hard werken werd ik toegelaten tot de opleiding Computer Science aan een van de betere universiteiten van het land. Tijdens mijn studententijd kwam ik erachter dat ik de buitenschoolse activiteiten veel leuker vond dan bepaalde vakken, dus besteedde ik veel van mijn tijd aan het organiseren van festivals en het verkrijgen van sponsoring daarvoor. In die periode beschouwde ik mezelf nooit als de hardst werkende en slimste persoon in de kamer. Mijn cijfers waren niet slecht, maar zeker ook niet de beste. Ik had echter wel een geweldige tijd.
De competitie is groot in India. Er zijn veel slimme mensen en het algemene gevoel is dat als je niet hard werkt om de top te bereiken, iemand anders die plek inneemt. Als bedrijven op de campus kwamen om studenten te werven, was het gemiddelde cijfer een van de belangrijkste filtercriteria. Ik stond zeker niet op het verlanglijstje van de grotere techbedrijven. Maar dat is oké, dat is de keuze die ik had gemaakt. Nadat ik mijn diploma in Computer Science had behaald en een kort jaar had gewerkt, specialiseerde ik me in bedrijfskunde en kreeg uiteindelijk een baan bij een groot consultancybureau. Dat was een periode waarin ik heel hard werkte en uit een koffer leefde. Die hele ervaring deed me beseffen dat ik beter voor mijn gezondheid moest zorgen, het evenwicht moest vinden tussen werk en mijn privéleven en meer tijd voor mezelf moest creëren.
Dat is ook waarom ik zo graag in Nederland woon. Ik denk dat voor Nederlanders werk een deel van het leven is, maar niet je hele leven. In Singapore en India ligt er meer nadruk op carrière maken en is het leven erg snel. Daar was ik aan gewend, maar ik ben van de Nederlandse manier gaan genieten. Er zijn kleine voordelen waar ik niet eerder aan gedacht heb en nu heb ik zoiets van ‘hoe heb ik dat niet eerder beseft?’. Hier kan ik gemakkelijk op de fiets naar kantoor. Ik heb tijd om te gaan sporten wanneer ik wil. Dat zijn dingen die ik elders niet zou kunnen doen. Daar zou ik veel kostbare uren kwijt zijn aan woon-werkverkeer.


Wat was je eerste indruk van Nederland?
Nou, Schiphol natuurlijk. Maar ik ben na mijn sollicitatiegesprek een paar dagen in Amsterdam blijven hangen zodat ik kon ervaren hoe het is en of ik hier echt wilde wonen. En ik moet zeggen, Amsterdam is moeilijk om niet verliefd op te worden als je het als toerist bezoekt. Ik was er in juni, toen het weer prachtig was. De stad was zó levendig. Ik was er meteen door gecharmeerd en dat ben ik nog steeds. Als ik ’s avonds langs de grachten loop, word ik weer helemaal verliefd. Maar toen ik daadwerkelijk naar Nederland verhuisde, verbleef ik tijdelijk in Amstelveen. Die stad heeft een ander levenstempo dan Amsterdam. Ik ging al snel op zoek naar een huis dichter bij het centrum van Amsterdam, omdat ik dat leven meer wilde ervaren.
Het sluiten van diepe vriendschappen hier is echter erg moeilijk gebleken. Jammer, maar het is wat het is. Maar ik neem het niemand kwalijk. Misschien zouden anderen zeggen dat ik niet hard genoeg mijn best heb gedaan en dat zou het geval kunnen zijn. Ik denk dat het in zowel Nederland als India moeilijk is. In beide maatschappijen groei je op in je geboorteplaats, ga je naar een universiteit en maak je in die periode veel vrienden voor het leven. Ik denk dat dit het voor expats moeilijker maakt om deel uit te maken van een Nederlandse kring, om Nederlandse vrienden te maken en uitgenodigd te worden voor etentjes met hen, tenzij je een Nederlandse partner hebt. Veel van mijn vrienden zijn dus mede-expats, in een vergelijkbare levensfase als mijn vrouw en ik.
Een Nederlandse collega zei iets interessants tegen me. Hij gaf toe dat hij op zijn werk geen vrienden zoekt. Hij houdt zijn persoonlijke leven en zijn werkleven gescheiden. Dat is interessant, want in India is dat anders. We werken lange uren en daarna gaan we samen eten.

Een Nederlandse collega zei iets interessants tegen me over dit onderwerp. Hij gaf toe dat hij op zijn werk geen vrienden zoekt. Hij houdt zijn persoonlijke leven en zijn werkleven gescheiden. Dat is interessant, want in India is dat anders. We werkten lange uren en daarna gingen we samen eten. Het is dezelfde groep mensen waarmee je werkt, waarmee je wat drinkt en in het weekend misschien naar de film gaat. Ik heb gemerkt dat veel Nederlanders daar anders over denken, maar persoonlijk vind ik het enorm fijn om mijn collega’s buiten werk te zien en zie ik sommigen van hen als mijn vrienden.
Ik ervoer een andere Nederlandse cultuurschok toen ik een paar van die collega’s uitnodigde om voor diner bij mij thuis. Ik bestelde Indiaas eten voor hen en zei speciaal tegen de kok dat hij het wat rustiger aan moest doen met de kruiden. Dus we aten samen en hadden een geweldige tijd, maar voordat ze naar huis gingen vroegen ze me hoeveel ze me verschuldigd waren. Op dat moment snapte ik er niets van. Ze wilden betalen, maar zo werkt het niet in India. Als ik je uitnodig voor een etentje, gaat dat op mijn rekening en betaal jij de volgende keer. En als je dat niet doet, doe je het niet. Dus ik weigerde hun geld aan te nemen. Ze waren zo blij met de gastvrijheid dat ze me later een karaokemachine hebben gegeven. Ik heb die machine nog steeds en uiteindelijk werd mijn huis ‘de karaokeplek’. Ik ben wel van de Nederlandse manier van rekeningen delen gaan houden. Het is een zeer praktische en volwassen manier van omgaan met je financiën. Je kunt niet verwachten dat één persoon de hele rekening betaalt als je met vrienden uitgaat.

We hebben het gehad over het label ‘Buitenstaander’, maar uiteindelijk heb je gekozen voor ‘Bruin’. Waarom is dat?
Nou, ten eerste val je een beetje op in de Nederlandse samenleving met een bruine huidskleur. Ik heb me echter nooit direct gediscrimineerd gevoeld. Niemand heeft ooit gezegd dat ik ergens niet mocht zijn vanwege mijn huidskleur. Maar enkele negatieve ervaringen heb ik wel gehad. Afgelopen zomer ging ik op een warme dag naar een bar in Amsterdam met een korte broek aan. De man bij de deur zei dat ze geen mensen binnenlieten die een korte broek droegen en ik snapte dat wel. Logisch, toch? Maar daarna zag ik een witte man in korte broek naar binnen lopen en het personeel was erg gastvrij tegenover hem. Niet echt consequent, denk ik dan. Verder zeggen sommige mensen dat ik vast goed ben met computers omdat ik uit India kom. Maar dat is een stereotype waar ik om moet lachen, omdat ik in de B2B verkoop van bedrijfssoftware werk. Dus het klopt wel gedeeltelijk.
Voor mij heeft Salesforce bewezen een bedrijf te zijn dat diversiteit hoog in het vaandel heeft staan en het beste probeert te doen voor zijn werknemers.
Soms vraag ik me af of bepaalde mensen me anders hadden behandeld als ik dezelfde huidskleur had gehad als zij. Mijn expatvrienden en ik praten er vaak over en vragen onszelf af of we ons ooit een deel van de Nederlandse samenleving zullen voelen. Onze algemene consensus is dat we er niet volledig deel van zullen uitmaken, maar als we de Nederlandse taal goed genoeg leren spreken, worden we tenminste geaccepteerd. We begrijpen dat de dingen zo lijken te werken.
Maar bij geen van de Nederlandse werkgevers waar ik heb gewerkt heb ik dat gevoel gehad. Voor mij heeft Salesforce bewezen een bedrijf te zijn dat diversiteit hoog in het vaandel heeft staan en het beste probeert te doen voor zijn werknemers. In het begin was ik een beetje bezorgd omdat ik de enige niet-Nederlander in ons team was en ik geen Nederlands sprak. Maar ze vertrouwden me en zeiden dat het geen probleem was dat ik alleen Engels sprak. Ze dachten gewoon dat ik het aankon. Het feit dat een bruine jongen die geen Nederlands spreekt grote wereldwijde accounts kan beheren spreekt boekdelen. Het is het bewijs dat er in het bedrijf geen glazen plafond is waar je doorheen moet breken.
Ik denk dat het helpt dat ons team multicultureel is. Bij werkgevers met een internationaal karakter en veel culturele diversiteit in hun team heb ik me nooit anders behandeld of beoordeeld gevoeld vanwege mijn huidskleur. Ik probeer dus ook binnen mijn eigen team het belang van diversiteit te bepleiten. Ik ben me er bijvoorbeeld van bewust dat we te veel mannen in mijn team hebben. Ik voer daar intern gesprekken over. Ik wil dat de trechter in het selectieproces breed genoeg is om een goede vertegenwoordiging van de samenleving te hebben. Simpelweg omdat bijvoorbeeld mijn vrouw en ik anders tegen de zaken aankijken. Er zijn momenten dat ik denk dat de manier waarop zij dingen wil doen niet zal werken. En dan blijkt dat ik het helemaal mis heb. Dus ik denk dat als je veel verschillende achtergronden hebt in een team, dat dan veel verschillende ideeën oplevert, wat weer leidt tot betere besluitvorming.

Ik denk wel dat sommige bedrijven te gemakkelijk tegen anderen zeggen dat ze zich richten op diversiteit en inclusie. Ze geven gewoon wat mensen hier en daar een promotie en denken dat ze er klaar mee zijn.
Ik denk wel dat sommige bedrijven te gemakkelijk tegen anderen zeggen dat ze zich richten op diversiteit en inclusie. Ze geven gewoon wat mensen hier en daar een promotie en denken dat ze er klaar mee zijn. Maar je moet ook de daad bij het woord voegen. Je moet een gebrek aan diversiteit benaderen als een probleem dat je moet oplossen. En ik heb het gevoel dat Salesforce dat doet. Ik weet bijvoorbeeld dat we bij Salesforce diversiteitsdoelstellingen hebben voor de collega’s in hogere posities die van invloed kunnen zijn op hun salaris als ze die niet halen. Ik denk dat dat de juiste aanpak is. Als je salaris ervan afhangt, komt er uiteindelijk wel een gedragsverandering.
Ben je van plan in Nederland te blijven?
Ik weet niet of we ons hier zullen vestigen. Ik kwam naar Amsterdam met een driejarenplan. Dat werd een vijfjarenplan. En nu woon ik hier al zeven jaar. Mijn vrouw en ik hebben hier zelfs een appartement gekocht. Maar een deel van mij maakt zich zorgen dat we te comfortabel worden en dat we hard moeten werken zolang we er fysiek toe in staat zijn. Onze beslissing hangt af van een paar dingen. In het afgelopen jaar heb ik een Nederlands paspoort aangevraagd en mijn vrouw overweegt hetzelfde te doen. Dat zal ook meespelen. Ik heb wel moeilijke gesprekken gehad met mijn ouders omdat ik mijn Indiase nationaliteit zou moeten opgeven. Maar ik heb ze verzekerd dat ik me ervan bewust ben dat ik een geboren en getogen Indiër ben. Ook al integreer ik misschien in de Nederlandse samenleving, dat zal altijd een deel van mijn identiteit blijven.



Ik hecht veel meer waarde aan balans in mijn leven en mijn relaties dan vroeger.
Ik heb wel het gevoel dat het leven in Nederland een nieuw deel van mijn identiteit heeft gevormd. Ik hecht veel meer waarde aan balans in mijn leven en mijn relaties dan vroeger. Of ik ooit honderd procent Nederlander zal zijn? Nooit. Maar ik wil integreren in de mate waarin de Nederlandse samenleving me dat toestaat. Ik woon hier met plezier. Het is hier erg voorspelbaar en betrouwbaar. De metro rijdt meestal op tijd. Alles werkt soepel.
Ik heb er vrede mee dat ik in de Nederlandse samenleving als anders wordt gezien en met de labels die anderen op mij plakken. Niet iedereen is hetzelfde. En dat vind ik het mooiste van hier wonen.


Interview door Navin Bhagwat | Fotografie & Design door Sacha Verheij