Skip to content

Welkom bij Living Labels, waar we voorbij vooroordelen kijken en luisteren naar het menselijk verhaal achter de labels.

Het belangrijkste is dat we mensen niet beoordelen op hun uiterlijk, maar luisteren naar elkaars verhalen en elkaar respecteren.

PERSONALIA

Naam: Samar Abdulallah Al-Areqi
Geboorteplek: Taiz, Jemen
Functie: Software Engineer bij Shell
Hobby’s: Zingen, zwemmen, schaken en koken

In deze collectie van persoonlijke verhalen komen geïnterviewden aan het woord over de stereotyperingen waar ze in het dagelijks leven mee te maken krijgen. Anderen plakken al snel labels op hen, maar vergeten vaak dat een mens niet samen te vatten is in één woord. Achter het label ‘Moslim’ vind je Samar Al-Areqi, Software Engineer bij Shell. Zij reisde naar Nederland uit het door oorlog verscheurde Jemen en bracht een jaar door in een asielzoekerscentrum (azc).

Hoe was het om in een asielzoekerscentrum te wonen?

De eerste paar dagen waren heel moeilijk. Ik denk dat het kwam doordat ik daar helemaal alleen was. Maar ik leerde al snel dat het beter wordt als je probeert te communiceren met anderen en hen accepteert zoals ze zijn. Degenen die dat niet deden, werden erg depressief. Ik zag velen van hen in een neerwaartse spiraal terechtkomen en zelfmoordgedachten hebben.

Na een paar weken probeerde ik de situatie te accepteren en veel te studeren om mijn gedachten bezig te houden. Ik leerde bijvoorbeeld de Nederlandse taal via een online cursus bij de Erasmus Universiteit. Soms zong ik Nederlandse liedjes. Ik ontdekte dat ik door muziek makkelijker woorden leerde onthouden. Zo ben ik dol op het liedje ‘Waar Ben Jij’, van André Hazes. Het is heel mooi.

Ik heb uiteindelijk ook veel vrienden gemaakt in het azc. Daar heb ik een van mijn beste vrienden ontmoet, een Oeigoerse vrouw uit China. Ze vertelde me veel verhalen over haar volk en de kampen waar zij in zitten. Zij wist te ontsnappen naar Maleisië, maar kreeg niet de nationaliteit. Dus toen haar visum verliep, moest ze beslissen of ze terug zou gaan naar China of dat ze zou proberen naar een ander land te reizen. En zo kwam ze in Nederland terecht. Nu moet ze heel voorzichtig zijn als ze contact opneemt met haar familie, want dat kan gevaarlijk zijn.

In Nederland heb ik geleerd dat het delen van en luisteren naar deze verhalen een manier is om een open omgeving te creëren. Het is een manier om elkaars cultuur te leren kennen.

Ik heb ook veel verhalen gehoord van andere vluchtelingen en hoe moeilijk het voor hen was. Dat ze in bossen moesten slapen en dat hun geld en bezittingen werden gestolen. Ze hebben veel geleden voordat ze Nederland bereikten.

Toen ik in Jemen was, wist ik niet van het bestaan van deze verhalen. Mijn gemeenschap was als een bubbel. In Nederland heb ik geleerd dat het delen van en luisteren naar deze verhalen een manier is om een open omgeving te creëren. Het is een manier om elkaars cultuur te leren kennen.

Hoe was het leven in Jemen voordat je naar Nederland kwam?

Voor de oorlog was het leven in Jemen heel fijn. Ik werkte bij een oliemaatschappij en de situatie was stabiel. Maar toen de oorlog uitbrak, voelde ik me niet meer veilig. Het werd heel gevaarlijk. Mijn huis werd in die tijd geraakt door een raket, waardoor de ramen en deuren kapot gingen. Ik moest daarna veel verhuizen, bijvoorbeeld naar hotels. Ik moest zelfs bij de familie van mijn man intrekken. We verloren toen ook onze banen, maar toch bleef ik studeren voor mijn Master of Business Administration aan de Sana’a Universiteit. Dat duurde vijf jaar in plaats van twee, vanwege de omstandigheden tijdens de oorlog. Vaak waren er geen professoren om ons les te geven.

De vrouw van mijn broer werkt bijvoorbeeld als lerares, maar tijdens de oorlog was er een tijd dat de salarissen van leraren niet werden uitbetaald. Ze moest zes maanden wachten totdat ze door de regering werd betaald, en in die tijd ging ze gewoon door met lesgeven. Maar in die tijd kon ze niet eens eten kopen voor haar kinderen.

Het leven in Jemen is nog steeds een worsteling voor de mensen die daar nog wonen. De vrouw van mijn broer werkt bijvoorbeeld als lerares, maar tijdens de oorlog was er een tijd dat de salarissen van leraren niet werden uitbetaald. Ze moest zes maanden wachten totdat het kwam, en in die tijd ging ze gewoon door met lesgeven. Maar in die tijd kon ze niet eens eten kopen voor haar kinderen. Alles is daar ook duur geworden, zelfs basisbehoeften als kleding en voedsel.

In 2019 kreeg ik de kans om naar Nederland af te reizen om mijn afstudeerceremonie bij te wonen en mijn diploma in ontvangst te nemen. Ik reisde naar Egypte om het visum te krijgen en nadat het was verlopen, moest ik een grote beslissing nemen. Vanwege de instabiele situatie in Jemen wilde ik langer in Nederland blijven. Toen ik met mijn man over deze beslissing sprak, waren we het eerst niet met elkaar eens. Hij vond het de verkeerde keuze, om naar een plek te gaan die zo ver ligt van onze familie, vrienden en de samenleving waarin we zijn opgegroeid. Maar nu is hij trots op me dat ik die beslissing heb genomen.

Mijn moeder huilde toen ze hoorde dat ik weg wilde. Maar mijn vader heeft me altijd gesteund. Hij zei dat ik moest proberen om te doen wat ik zelf wilde, zolang ik maar goed voor mezelf zorgde. Het is een van de laatste adviezen die hij me gaf voordat hij stierf. Hij overleed toen ik in het azc woonde. Hij had veel gezondheidsproblemen.

Na een jaar in het azc te hebben gewoond, ben ik verhuisd naar een huis in Spijkenisse. Ik wilde snel aan mijn vaardigheden werken om een baan te vinden, dus heb ik me meteen aangemeld voor meerdere cursussen via RefugeeForce en Salesforce. Dat besluit heeft mijn leven veranderd. Daardoor werd ik een gecertificeerd Salesforce Administrator, waarna ik in aanmerking kwam voor het traineeship bij Shell. Dat heb ik succesvol afgerond en in oktober begin ik als Software Engineer bij Shell. Ik ben Shell heel dankbaar voor deze kans. Ik voel me hier thuis en mijn collega’s zijn erg vriendelijk, behulpzaam en meewerkend.

Ik denk dat mijn verhuizing naar Nederland mijn lot heeft veranderd.

Ik denk dat mijn verhuizing naar Nederland mijn lot heeft veranderd. Want in Jemen wordt een vrouw na haar huwelijk meestal huisvrouw. Ze zorgt voor het huishouden en kookt. Maar ik wilde nooit een huisvrouw zijn, ik wilde mezelf ontwikkelen. Ik wilde nooit afhankelijk zijn van anderen, dus solliciteerde ik zelf naar banen. Mijn vrienden hebben me ook veel geholpen. Een van hen gaf mijn cv aan de oliemaatschappij waarvoor ik in Jemen werkte. Ik heb daar veel geleerd, niet alleen werkvaardigheden maar ook veel levenslessen. De algemeen directeur van dat bedrijf was een Amerikaanse man van in de tachtig. Toen hij in Jemen werkte, probeerde hij Arabisch te leren en vastte hij zelfs tijdens de ramadan. Hij was de enige van de buitenlandse leiders die dat deed. Ik respecteerde hem ontzettend omdat hij moeite deed om onze cultuur te begrijpen en te respecteren.

Ik probeer nu hetzelfde te doen. Zo breng ik graag tijd door met veel verschillende mensen om hun tradities te leren kennen. En natuurlijk om hun eten te proeven. Met mijn Oeigoerse vriendin ging ik naar een Aziatisch restaurant in Nederland. Dat was de eerste keer dat ik noedels en garnalen probeerde. Ik vond het erg lekker. Een andere keer probeerde ik sushi, en dat vond ik ook lekker. Maar toen ik in het azc was, gaven ze me ook een broodje haring. In het begin wist ik het niet zeker. Ik bedoel, vis eten zonder het te bakken? Maar ze zeiden ‘probeer het, probeer het!’. Dus at ik een haring met uien en het bleek heerlijk te zijn. Ik heb die dag twee stukken haring gegeten. Ik weet niet of ik het ooit nog zal eten, maar ik heb het in ieder geval geprobeerd.

Waardering voor andere culturen en acceptatie van diversiteit, dat vind ik niet alleen mooi in mensen maar ook in bedrijven. Bij Shell hebben ze bijvoorbeeld een meditatieruimte gecreëerd waar mensen ook kunnen gaan bidden. Er zijn twee ruimtes vlak naast elkaar: een voor mannen en een voor vrouwen. Ik was echt verbaasd toen ik het zag. Er was een tapijt om op te bidden en stromend water waar mensen zich mee konden wassen. Precies zoals ik gewend ben van moskeeën.

Veel van mijn collega’s hebben een andere culturele achtergrond. We komen allemaal uit verschillende landen en verschillende samenlevingen, maar we zijn allemaal gelijk bij Shell. Het gaat er niet om waar we vandaan komen, maar om onze persoonlijke talenten en hoe we elkaar kunnen helpen om te groeien. Toen ik voor het eerst bij Shell kwam, zeiden ze dat het belangrijk is om elkaar te steunen. Omdat ze geloven in diversiteit en dat niemand zich als een vreemdeling in een ander land moet voelen.

Heb je jezelf ooit een vreemdeling gevoeld in Nederland?

Nee, dat heb ik niet. Ik heb hier veel goede vrienden gemaakt. Er is een gemeenschap van Jemenitische en Syrische mensen in Spijkenisse waar ik heel close mee ben. Ik beschouw hen als mijn familie, omdat we een vergelijkbare geschiedenis hebben. We zijn allemaal uit onze landen verhuisd vanwege de oorlog.

En ik ben tot nu toe niet gediscrimineerd in Nederland. Sterker nog, ik denk dat er hier aan de oppervlakte misschien minder discriminatie is dan elders. Want toen ik andere Europese landen bezocht, ervoer ik veel meer openlijke discriminatie en racisme. In Nederland heb ik niet het gevoel dat mensen naar mijn hijab staren. Maar in een land als Duitsland kwam er een witte man op mij af toen we over straat liepen. Hij zei letterlijk in mijn gezicht dat hij moslims en hun hijabs haatte. En ik heb een familielid in Frankrijk dat werd gepest omdat ze een hijab draagt. De maatschappij daar wil kennelijk niet dat ze er een draagt. Het idee dat mensen niet van moslims houden was iets heel nieuws voor mij, omdat een grote meerderheid van de mensen in Jemen moslim is. Er is daar geen sprake van discriminatie van moslims. Het dragen van iets als een hijab of een niqab is normaal.

Laat niemand je vertellen wat je moet doen, of je nu bijvoorbeeld een hijab wil dragen of niet. 

Ik vind dat iedereen de vrije keuze heeft om te zijn wie diegene wil zijn. Laat niemand je vertellen wat je moet doen, of je nu bijvoorbeeld een hijab wil dragen of niet. Ik ken veel moslimvrouwen, Jemenitisch of niet, die er geen dragen. Maar ik vind dat ze daarop niet beoordeeld moeten worden. Je weet niet wat er achter een beslissing zit. Ik heb een vriendin die er geen draagt. Er wordt haar vaak gevraagd waarom. Maar ze weten niet dat ze een medische aandoening heeft die te maken heeft met haar hoofdhuid.

Een ander voorbeeld. Mijn vader vastte niet tijdens de Ramadan, omdat hij problemen had met zijn bloedsuiker en de dokter zei dat hij moest eten. Dat besluit maakt hem geen slechte moslim. Hij had een diepgaande kennis van zijn religie. Het belangrijkste is dat we mensen niet beoordelen op hun uiterlijk, maar luisteren naar elkaars verhalen en elkaar respecteren.

Hoe ziet de toekomst er voor jou uit?

Ik zou graag de Nederlandse nationaliteit willen. Ik hoop dat ik over een paar jaar een paspoort kan aanvragen. Want wonen in Spijkenisse is geweldig, het is daar heel mooi. En mijn man heeft hier ook een baan gevonden in zijn vakgebied.

Wat ik nog wil zeggen, is dat ik graag moslim ben in Nederland. Ik weet dat het voor andere moslims niet makkelijk is om hun geloof uit te dragen zoals ik dat doe. Maar ik wil dat ze weten dat je trots mag zijn op de islam en dat je een moslim bent. Ons geloof leert ons om elkaar te accepteren. Als we onze religie weerspiegelen en dit geloof vertegenwoordigen, kunnen we een positieve invloed hebben op andere mensen.

Benieuwd naar de andere verhalen?

Interview door Navin Bhagwat | Fotografie & Design door Sacha Verheij

Back To Top